Terug naar Corfu
Home > Corfu > Geschiedenis Corfu

De geschiedenis van Corfu

Er zijn op de wereld veel mooie plaatsen. Het eiland Corfu is er een van. Het eiland is niet bezaaid met overblijfselen van de oude Griekse beschaving. Corfu is een eiland dat geschikt is voor gezinnen met kinderen, wandelaars, fietsers en voor mensen die gezelligheid zoeken, maar ook rust wensen. Dit eiland straalt lieflijkheid uit zodat men zich direct op zijn gemak voelt. De bewoners zijn verfijnd, muzikaal en de versmelting van Griekenland en Italië is hier duidelijk zichtbaar.

700 jaar v.Chr. - 200 jaar v.Chr.


De eerste geschreven berichten over Corfu dateren van ongeveer 700 jaar v.Chr. In die tijd was Korinthe, een stad aan de andere kant van Griekenland, erg sterk. De Korinthiërs hadden het voor het zeggen op Corfu. Ze hebben het eiland de Griekse naam gegeven, Kérkyra. Opvallend genoeg blijven alleen buitenlanders dit eiland Corfu noemen.

Tot ongeveer 200 jaar v.Chr. was er sprake van een Grieks wereldrijk. Het strekte zich uit van Italië tot aan Perzië. Ten tijde van Christus’ geboorte was dit Griekse Rijk allang vervangen door het grotere Romeinse Keizerrijk. Van dit Romeinse imperium bleef na het jaar 400 alleen het oostelijk deel over, het Byzantijnse Rijk, waartoe ook Corfu behoorde. Het lag aan de rand van dit rijk en ving dus steeds de klappen op van aanvallen uit het westen van Europa. Men bouwde een vesting op een rots in de zee voor Corfu-stad ter bescherming hiertegen. De muren en onderaardse tunnels zijn er nog steeds en het is interessant om dit fort te gaan bekijken.

Corfu vanaf jaar 1000


Tussen 1000 en 1200 werd Europa geplaagd door de Noormannen. Deze rovers vielen ook Corfu herhaaldelijk lastig. Daarom vroeg de keizer van het Byzantijnse Rijk hulp aan de Doge van de stadstaat Venetië. En met succes. Het beviel de Venetianen echter zo goed op Corfu, dat ze er bleven. Ook toen rond 1450 het Byzantijnse Rijk ineenstortte door de oprukkende Turken, die in Oost-Europa het christelijke Byzantijnse Rijk vervingen door het islamitische Ottomaanse Rijk. De Turken hebben herhaaldelijk 200 jaar achtereen geprobeerd ook Corfu te veroveren. De Venetianen bouwden op het eiland versterkingen. Op het strand van Gouvia staat een fraai restant hiervan.


De huizen achter het Oude Fort werden gesloopt, zodat de Turken niet vanaf het land ongemerkt de vesting konden benaderen. Die kale ruimte is later nooit meer opgebouwd en daar heeft de stad het grote plein met grasveld, de Spianáda of Esplanáde, aan te danken. Bovendien bouwden de Venetianen ook een tweede vesting, het Nieuwe Fort. Even na 1700 deden de Turken nog een laatste poging de Venetianen te verdrijven. Tevergeefs, mede door de inzet van de legeraanvoerder van de Venetianen, de Duitser Matthias von der Schulenburg. Zijn standbeeld staat bij het Oude Fort. De vrome Corfioten geloofden eigenlijk liever dat het verslaan van de Turken veel meer te danken was aan de Heilige Spyrídon. Dat was een wonder, want deze brave monnik was al omstreeks het jaar 300 gestorven op het eiland Cyprus. Sterker nog, hij heeft zelfs nooit op Corfu geleefd. Toen de Turken rond het jaar 1500 Cyprus bezetten, hebben late bewonderaars van Spyrídon zijn gebeente op een ezel geladen. Voor de Turken vluchtend zijn ze daarmee uiteindelijk op Corfu beland. De aanwezigheid van zijn stoffelijk overschot zou voor zoveel wonderbaarlijke reddingen gezorgd hebben, dat al in ongeveer 1600 een kerk ter ere van hem gebouwd is in Corfu-stad. In een aparte kamer wordt zijn gebeente in een zilveren sarcofaag bewaard.

Corfu de laatste 200 jaar


Kort na 1800 was de Franse keizer Napoleon heer en meester in vrijwel heel Europa. Al zijn de Fransen maar een jaar of tien de baas geweest op het eiland, nog steeds is te zien dat ze er geweest zijn. Aan het Listón bijvoorbeeld. Deze prachtige bogengalerij werd gebouwd door de Parijse architect De Lesseps. In 1815 was het alweer gedaan met de hoge sprongen van Napoleon. De Engelsen namen de macht over op Corfu en bleven ongeveer veertig jaar. Gedurende deze tijd werd het eiland geregeerd door een Engelse gouverneur. Een dergelijk hoge autoriteit moest natuurlijk wel een paleis hebben en dat is er ook gekomen. Dit staat nog steeds aan de Esplanáde. Engeland wilde van Corfu samen met de andere Ionische eilanden een aparte staat maken. De Corfioten wilden echter bij Griekenland horen. Vooral toen zij zich in 1830 hadden vrijgevochten van het Turkse regiem. Pas in 1860 gaven de Engelsen aan die wens toe. Na zoveel eeuwen van strijd was er eindelijk rust. Het eiland bood ook vreemdelingen rust. Eén van de eerste buitenlandse gasten die van die rust genoot, was de Oostenrijkse keizerin Elizabeth. Ze was een treurende vrouw die hier weer op verhaal kon komen. Ze liet in 1880 een paleis bouwen vanwaar ze een prachtig uitzicht had over de Ionische Zee. Het paleis noemde ze Achíllion naar de mythologische halfgod Achilles. In de huidige tuin staan diverse beelden van onder andere deze halfgod en andere kunstwerken.

Deel met vrienden of reisgenoten