De geschiedenis van Andros
Door de strategische ligging in de Egeïsche Zee was het eiland al sinds vroege tijden bewoond en lag het met regelmaat onder vuur van volken van buitenaf. In de loop der tijd was het eiland tevens bekend onder de naam Gávros en Hydroússa. Dit laatste waarschijnlijk op basis van de aanwezigheid van de vele bronnen op het eiland.
Resten van bewoning van het eiland gaan terug tot zelfs voor de 9e eeuw v.Chr. Men gaat ervan uit dat het eiland toen bevolkt werd door de Feniciërs en Kretenzers. Maar ook andere volken hebben hun sporen hier achtergelaten. In Zagora, in het zuidwesten van het eiland, zijn overblijfselen gevonden van een stad met kenmerken van de Leeuwenpoort in Mycene. Tevens zijn er stukken van een stadsmuur, tempel en particulieren woningen gevonden. Het eiland maakte zijn grootste welvaart door in de tweede helft van de 8e eeuw v.Chr. Andros ondersteunde het leger van Halkidikí bij de kolonisatie van Noord Griekenland in de 7e eeuw v.Chr. Later werd het eiland een onafhankelijke stadsstaat, dat viel onder het bestuur van Dílos.
Door het belang dat verschillende volkeren meenden te moeten beheersen, overkwam Andros hetzelfde lot als de andere Griekse eilanden en het vasteland. En zo volgden door de loop van de eeuwen de Romeinse, Venetiaanse en Ottomaanse overheersing elkaar, veelal gepaard gaande met bloedige strijd, op.
Onder de Ottomanen kende Andros een zekere vorm van zelfstandigheid. Zij hadden daarvoor privileges en konden hun handel ten uitvoer brengen. Het was de Turken van hogerhand verboden de bewoners van Andros slecht te behandelen of hen te willen bekeren tot de Islam. Het werd hen zelfs toegestaan om hun eigen religie en tradities te houden. Hierdoor zijn enkele kerken en kloosters uit die periode nog in redelijk goede staat gebleven. Toch was men na verloop van tijd de Ottomaanse overheersing zat. Er ontstond een geheim genootschap dat zich tegen de Turken keerde. Op 10 mei 1928 was de revolutie een feit. Van 1920 tot 1930 ontwikkelde Andros zich tot tweede havenstad van Griekenland. De Tweede Wereldoorlog zorgde dat dit aanzien weer in verval geraakte. De bezetting door de Italianen en de Duitsers zorgde er tevens voor dat er bombardementen waren en een deel van de hoofdstad werd vernietigd. Gelukkig hebben een aantal gebouwen het oorlogsgeweld overleefd en heeft de stad een historisch aanzien.
Ondertussen werd de god Diónysos als de beschermheilige van het eiland gezien. Deze god stond voor vruchtbaarheid en was vooral bekend vanwege zijn vrolijke karakter die de wijn met veel plezier tot zich nam. Hij zorgde voor goede oogsten van de druiven en waar hij kwam, was het feest. Dat de innerlijke mens nog steeds goed verzorgd wordt op het eiland is een feit. In de tavernes gaan de maaltijden vergezeld van lokale drank of wijn nog steeds gretig van de hand. Wat dat betreft hebben de vreemde overheersers de bevolking van Andros nooit klein kunnen krijgen. Overigens heeft het dorp Senéti de reputatie om zijn geschiedenis in het maken van wijn.