Terug naar Pilion
Home > Pilion > Geschiedenis Pilion

De geschiedenis van Pilion

Overal in de wereld hebben geschiedenis, religie en volkslegenden raakvlakken. Sterker nog, ze lopen vaak in elkaar over.

Het land van de centauren en Argonauten



Pílion zou de verblijfplaats van de centauren zijn geweest. Deze wezens, half paard, half mens, verenigden de kracht, de wijsheid en de onsterfelijkheid van de goden met de zwakheid, de onvolkomenheid en de sterfelijkheid van de mensen. Een van deze centauren onderwees de halfgod Iason, zodat deze in staat was vanuit de plaats Yolkas, het huidige Vólos, met zijn Argonauten het gulden vlies te veroveren. Ook de oppergod Zeus zou in het Pílion-gebergte een verblijfplaats gehad hebben. Met hem nog een groot aantal andere goden. Er zou een grot zijn waar men Zeus hun offers en ander eerbetoon kon aanbieden in tijden van langdurige droogte. Dat hebben zij heel goed gedaan, want de uitbundige begroeiing toont aan dat deze streek nog altijd rijk aan water is.

Historici beweren dat het schiereiland al 4000 jaar bewoond is. Een van de steden uit die beginperiode was Pégases, bij de mythologische stad Yolkas. De Pagasitische Golf, een andere naam voor de Baai van Magnisía, zou de naam aan deze vestiging te danken hebben.

De pracht van het landschap en de overvloed aan water trokken ook in vroeger tijden al mensen aan. Een schaduwzijde daarvan was dat het rijke aanzien van deze streken ook de hebzucht van minder goed gezinde mensen opwekte. De plaatsen langs de Pagasitische Golf waren dan ook vaak het doelwit van zeerovers. Als reactie daarop bouwden de bewoners van de grotere plaatsen forten en kastelen. Kerken en kloosters bouwden ze om dezelfde reden graag op die plekken, die moeilijk toegankelijk waren voor vreemdelingen.

Welvarende bergdorpen



Toen het Romeinse Rijk in de 5e eeuw ten val kwam, bleven Griekenland en Klein-Azië als het Byzantijnse Rijk in een zekere economische en culturele welvaart voortbestaan. Dit duurde tot omstreeks 1450. In Azië breidde de islam zich uit als godsdienst en als politieke macht. Dat betekende oorlog in steeds meer streken. De Griekse cultuur en de christelijke godsdienst werden verdrongen uit Azië. Hetzelfde dreigde ook in het zuidoosten van Europa te gebeuren. De Magnissiërs hadden enige ervaring opgedaan met indringers. Net als duizenden jaren eerder trokken zij zich ook nu weer terug in de bergen van Pílion. De islamitische veroveraars staken over vanuit Turkije en het lukte hen de kust rond de Baai van Pagasitikós te veroveren. De gevluchte oorspronkelijke bevolking zag in de loop der tijd kans, dankzij de rijkdom aan water, onder andere katoen en zijde te produceren. Dat ging zo goed dat het de Turkse machthebbers beter leek met de welvarende bergdorpen samen te werken in plaats van die te bestrijden. Zo ontstond voor de bergbewoners een zekere vorm van onafhankelijkheid. Zij kregen zelfs het recht met eigen schepen hun producten uit te voeren. Door die groeiende handel werden de Pilioten niet alleen in materieel opzicht steeds rijker, maar kwamen ze ook in aanraking met de nieuwe, liberale ideeën die in Frankrijk en Engeland ontstonden in de 18e eeuw.

Bindende kracht



De Griekse vrijheidsdrang werd door die liberale, West-Europese ideeën enorm versterkt. Dat wekte in Magnisía zoveel dadendrang op, dat mensen het liefst onmiddellijk de bergen af hadden willen dalen om de Turken uit de kuststreken te verjagen. Het nationale bewustzijn werd een enorme bindende kracht. Ook de cultuur, de taal en de godsdienst droegen daaraan bij.

Toen de opstand tegen de Turkse bezetting uiteindelijk meer en meer op gang kwam, had dat rampzalige gevolgen voor de katoen- en zijdeproductie en verarmden de dorpen. Weliswaar kregen de Grieken hun vrijheid, maar nadat die bevochten was, brachten de Eerste en de Tweede Wereldoorlog nieuwe ellende. Tal van bergdorpbewoners zagen het na de Tweede Wereldoorlog niet meer zitten in Magnisía en wilden hun geluk elders beproeven. Sommigen bleven dichtbij huis en vestigden zich in de stad Vólos in de hoop daar werk te vinden in de opkomende industrie. Anderen trokken naar West-Europa, waar kort na de oorlog veel werk was voor het herstel van de verwoeste steden en havens en in de daar veel groter opgezette industrieën. Zo dreigden de bergdorpen van Pílion leeg te lopen. De laatste jaren bloeien deze dorpen echter weer op, mede doordat veel Grieken uit de grote steden hier een tweede huis kochten of hun vakantie doorbrachten.

Deel met vrienden of reisgenoten