De geschiedenis van Thassos
De geschiedenis van Thassos gaat ver terug en er zijn reeds sporen van leven op het eiland daterend uit eind 8e eeuw/begin 7e eeuw v.Chr. Vele volkeren zorgden voor hun invloeden, wat Thassos een smeltkroes van culturen heeft gemaakt.
Volgens de Griekse mythologie was het eiland in het bezit van de sirenen, een wreed vrouwvolk voorzien van een vissenstaart. Hun prachtige stemmen brachten zeelieden in vervoering waarna ze door de sirenen werden overmeesterd en verslonden. Ook Odysseus kwam tijdens zijn zwerftochten over zee in contact met dit wrede volk, maar kon hen weerstaan. De naam zou het eiland verkregen hebben van de zoon van Poseidon, die na een zwerftocht over de vele zeeën op zoek naar zijn geliefde zuster, uitgeput strandde op het eiland. Hij was er zo slecht aan toe dat hij langere tijd op het eiland bleef en zijn naam aan het eiland schonk.
Vondsten op Thassos laten zien dat er al leven was in de prehistorie. Lokale stammen bevolkten het eiland waarna ze werden overvallen door de bewoners van Paros die in de gaten gekregen hadden dat het eiland een natuurlijke rijkdom bevatte aan delfstoffen. Zij maakten tevens nederzettingen in Thracië op het vasteland om de handel te drijven hierin. Na het aansluiten bij de Bond van Delos kwam er opstand in 477 v.Chr. Er volgden jaren van strijd tussen diverse volken en de macht kwam wisselend in handen van de Atheners, Spartanen en de Macedoniërs om vervolgens door de Arabieren opgevolgd te worden. In de 7e eeuw was het eiland voortdurend het doelwit van piraten. Na de splitsing van het Romeinse Rijk kwam Thassos onder de vlag van het Byzantijnse Rijk. De Genuezen nemen ook nog een eeuw de macht over op het eiland om deze vervolgens af te staan aan de Turken. De laatste jaren was het een Turk van Egyptische afkomst die de scepter zwaaide. Door de grote leegloop konden de resterende bewoners van Thassos moeilijk voldoen aan de zware belastingen die afgedragen moesten worden. Deze Egyptenaar gaf hen daarom een zelfbestuur waardoor zij zelf een systeem konden bedenken om aan deze belastingen te voldoen.
In 1912 kreeg Thassos weer aansluiting bij de rest van Griekenland dat uiteindelijk in 1922 weer geheel bevrijd was van vreemde volken.
Door de rijke bodemgesteldheid van Thassos was het eiland door de eeuwen heen een geliefd oord om te veroveren. De marmergroeven zorgden voor een gegarandeerde opbrengst. Reeds in het verre verleden werd het marmer over het Middellandse Zeegebied geëxporteerd. Ook vandaag de dag zijn er nog groeves actief en kent het een grote bekendheid.