
Recept voor Diples
Diples zijn een traditionele Griekse zoetigheid, gemaakt van gefrituurd deeg, overgoten met siroop en bestrooid met fijngehakte walnoten en kaneel. Het woord Diples komt van het Griekse woord diplono (δι-πλώ-νω), wat ‘vouwen’ betekent. Het wordt uitgesproken als Thee-ples en wordt zo genoemd omdat het deeg tijdens het frituren wordt gevouwen.
Oorspronkelijk komt deze zoete lekkernij uit de Peloponnesos, waar ze werden (en nog steeds worden) geserveerd op bruiloften. De traditie zegt dat hoe meer vouwen een Dipla (enkelvoud van Diples) heeft, hoe meer voorspoed en geluk het bruidspaar zal hebben. De knapperige en heerlijk zoete diples worden tegenwoordig in heel Griekenland in de kerstperiode geserveerd.
Er is een makkelijke en een wat meer uitdagende manier om diples te maken. Gaat u voor de oorspronkelijke vorm, de rolletjes, dan worden de deeglapjes tijdens het frituren ‘gevouwen’. Droog oefenen is aan te raden! De makkelijke manier, en even zo smakelijk en feestelijk, houdt in dat u het deeg in driehoekjes of vierkantjes snijdt en ze frituurt zonder ze om te vouwen. U kunt ook kleinere reepjes snijden en deze aan beide uiteinden tegengesteld tot een strikje draaien.
Tip: als u een pastawieltje heeft, kunt u dit gebruiken bij het snijden van de vierkantjes, driehoekjes of strikjes. Zo ontstaan er gekartelde randjes om de diples.
Ingrediënten
(voor ongeveer 30 diples)
Voor het deeg:
• 400 g bloem
• 4 eieren, gesplitst in eiwit en dooiers
• 2 eetlepels ouzo
• 1 eetlepel suiker
• 2 eetlepels olijfolie
• Snufje zout
• 150 ml versgeperst sinaasappelsap
• Plantaardige olie om te bakken, bijvoorbeeld zonnebloemolie
Voor de siroop:
• 400 ml honing
• 400 ml water
• 1 kaneelstokje
Om te bestrooien:
• Gehakte walnoten
• Kaneel
Bereidingswijze
Klop de eiwitten met een snufje zout totdat ze stijve pieken vormen. Voeg daarna de dooiers een voor een toe. Voeg vervolgens de ouzo, het sinaasappelsap, de olijfolie en suiker toe en als al deze ingrediënten goed gemengd zijn, als laatste de bloem. Kneed het geheel goed door tot u een zacht, maar niet plakkerig deeg heeft; het moet gemakkelijk te verwerken zijn. Laat het deeg minimaal een half uur rusten in een kom, afgedekt met plasticfolie. Het deeg kan eventueel al een dag van tevoren worden gemaakt.
Verdeel het deeg in vier balletjes en rol elk balletje uit op een met bloem bestoven werkblad. Gebruik voldoende bloem om het deeg te bestuiven, zodat het niet aan uw tafel of werkblad blijft kleven.
Snijd het deeg in dunne reepjes van ongeveer 20 cm lang en 7 cm breed als u de rolletjes wilt maken, of in kleinere driehoekjes of vierkantjes als u kiest voor de makkelijke variant.
Giet een ruime hoeveelheid plantaardige olie in een diepe pan en laat deze heet worden.
Voor de rolletjes gebruikt u twee grote kookvorken en plaatst u de rand van het deeglapje tussen de tanden van de vork. Houd het uiteinde dat het verst van u af ligt vast en rol het vel van u af. Houd het een beetje vast met de vork in de olie, totdat het een mooie kleur heeft. Zorg ervoor dat de olie goed heet is, maar niet rookt. De diples zijn erg snel klaar, dus zorg dat alles bij de hand staat.
Als dit te ingewikkeld lijkt, kunt u de diples ook ongevouwen, in driehoekjes of vierkantjes bakken: frituur ze in porties van 3-4 stuks tegelijk, afhankelijk van de grootte van de pan. Druk ze met een vork naar beneden en draai ze om tot ze goudbruin zijn.
Haal de diples uit de olie zodra ze goudbruin zijn en leg ze op een schaal met keukenpapier om uit te lekken.
Maak de siroop. Doe de honing, het water en het kaneelstokje in een middelgrote pan en laat het een paar minuten koken of totdat het mengsel een beetje gaat schuimen. Haal de pan van het vuur en laat hem een beetje afkoelen. Verwijder eventueel schuim met een lepel.
Leg de diples op een serveerschaal en besprenkel ze met de siroop. Bestrooi ze met gemalen walnoten en gemalen kaneel. Diples kunnen een paar dagen bij kamertemperatuur worden bewaard, losjes afgedekt met bakpapier. Om de diples knapperig te houden, voegt u de siroop pas toe vlak voordat u ze serveert.
Deel met vrienden of reisgenoten







