CHUP of CHAK?

Een lastige Odyssee door de Griekse roofvogelgids


Een loeris van jewelste, een knoeperd. Zeg maar gerust: een enorme zwarte joekel! Ja, beste vogelvrienden, maar wat ís ‘t? Oh, oh, oh, wat blijft ‘t toch moeilijk, dat determineren van roofvogels. Verwoed blader ik door de vogelzakgids, vooruit, achteruit, om uiteindelijk te blijven steken bij de voor- en achterkant van de bladzij met de bastaard-, schreeuw- en de steenarend. Een steenarend heeft zes vingers, die andere twee hebben zeven vingers. Ai, stom, daar had ik natuurlijk bij het zien van deze rover even beter op moeten letten …!

Door het raam van het transferbusje zien we de enorme roofvogel boven het Griekse landschap zweven, in deze contreien een afwisseling van struiken, pijn- en olijfbomen en lage, mediterrane begroeiing. Vervolgens rijden we langs een spiegelgladde lagune; in de verte zie ik een groepje pelikanen op het water dobberen, maar de vogels zijn te ver weg voor een juiste determinatie: Dalmatisch of kroeskop?

Aan de einder doemt het Akarnanika-gebergte op, met als eyecatcher de bijna 1200 meter hoge Sereka. Onze roofvogel is dan allang uit het zicht verdwenen, en gedurende de gehele verdere transfer blijf ik maar zitten prakkiseren: wat was dit nou voor soort? Gemakshalve houd ik ’t op een exemplaar uit een tamelijk onalledaagse hybrideklasse: haha, de ‘schreeuwende bastaardarend’… maar hoe dan ook, ‘t is mij overduidelijk, dat het de hoogste tijd wordt voor een nascholingsklasje: onze nieuwe Cursus Roofvogels Herkennen (grapje, edoch, een wens met een serieuze ondertoon) in buurthuis De Lorzie. Zes, zeven cursusavonden lijken me, gezien de moeilijkheidsgraad voor ondergetekende, een trage leerling, een absolute minimumvereiste. Ik meld me op voorhand aan!

Prioriteiten stellen
Na een voorspoedige transfer, een dik half uurtje rijden, worden we voor ons appartement in Paleros, regio Akarnania, Griekenland, afgezet. Een nieuwe bestemming uit de catalogus van Ross Holidays, een reisorganisatie die – even reclame maken – louter & alleen reizen naar Griekenland aanbiedt, naar doorgaans kleinschalige plaatsen die nog niet door de grote toeristenmassa’s zijn ontdekt. Dus, vakantiegangers die op zoek zijn naar all-inclusive resorts, met adventure-glijbanen, gegarandeerde waterpret aan het zwembad, overdadige slempbuffetten: gij zijt gewaarschuwd!     

We schrijven half mei, voor ons is ‘t al warm zat. Vanaf ons platje op de begane grond van het appartementengebouw kijken we naar rechts uit op de Ionische zee, die zo’n tweehonderd meter van ons is verwijderd, en naar links op de imposante Sereka, een ongenaakbare steenpuist die 1171 meter boven het plaatsje uittorent. En laat ik ’t alvast maar verklappen: die top, nee, die hebben we “níét helemaal” gehaald tijdens onze wandelingen.

Ach, een mens moet nu eenmaal prioriteiten stellen: terwijl Tine de rugzakken uitpakt en de spullen in de kledingkasten rangschikt, speur ik de grijze, en op sommige plaatsen door steenslag roodachtige hellingen van de berg door de kijker af op roofvogels. Vijf stuks! Categorie: loeris. Vogels van de buitencategorie. Met het blote oog zijn ze niet te zien, en door de kijker ontwaar ik slechts minuscule zwarte stipjes, zwevend op de thermiek.

O ja, had ik al gezegd dat ik me op voorhand voor de roofvogelcursus inschrijf?

Adelaar en geelpootmeeuw
We houden strak vast aan ons gebruikelijke vakantiestramien: eerst een inlooprondje, om rustig mee te beginnen, eventjes acclimatiseren. Ook al leert onze ervaring – dit is alweer de veertiende keer dat we Griekenland in het voorjaar aandoen, iedere keer naar een andere (Ross)bestemming – dat die verkenningstochtjes danig uit de hand kunnen lopen.

We wandelen – kuieren is een betere benaming – over een half-verhard kustpaadje richting Pogoniá, een dorpje op een uurtje loopafstand. Het heldere zeewater en het wandelpad worden van elkaar gescheiden door een paar meter brede rots- en keienstrook, mooie wandeling. Onze eerste vogelontmoeting tijdens dit warmlooptripje (temperatuur: graadje of 24) over het pad langs de kust is met een geelpootmeeuw. Tijd voor een vrolijk vakantieplaatje.

Als tussendoortje: quizvraag
We lopen een aardig stukje onder de boomgrens – nee, die roofvogeltop zal deze vakantie vele en vele honderden meters boven ons blijven uitsteken – te midden van een uitbundige flora, tussen tal van gele wolken van de weldadig bloeiende christusdoorns, de boom, niet de plant. Mijn determineer-app, voor plant & dier, draait overuren. Leukste opdracht en uitkomst is afkomstig van bijgaand plaatje (de foto onderaan deze pagina in het midden). Aardige quizvraag, even tussendoor, waar kijken we hier naar? Een vreemde, verboden vrucht?

"Doe eens een gok, Emily." Emily is ons nichtje van bijna vijf jaar oud, een kleine meid die niet wars is van een rauwe paprika, een papaja, jackfruit, een mango of ander exotisch fruit: "Een kikker? Een dikke pad?"

"Haha, leuke gok", ik moet grinniken, "helaas niet goed."

Maar, beste lezer, wat is dan wél het goede antwoord?

KBV’tjes en vechtende valken
Zagen we tijdens onze kustwandeling nog een redelijk aantal grote vogels overvliegen, diverse formaties kleine en grote zilverreigers, vier ooievaars, één ralreiger, hier, op de onderste flanken van de Sereka, te midden van frisgroene lenteflora, overheerst het gezang van de kbv’tjes, vogelaarsjargon voor ‘kleine bruine vogeltjes’. En ging dat spul nou maar eens even rustig op een takje van een van die talrijke moerbeibomen zitten, om zich gewillig te laten observeren, maar nee hoor, niks daarvan: in een split second giert het grut langs en over je heen, net als die ene van de 157 Fighting Falcons van de Griekse defensie die er op ruwe wijze in slaagde mijn middagtukje op het balkonnetje van ons appartement te verstoren.

Gelukkig vallen er genoeg ‘zekere determinaties’ te noteren: roodkopklauwier, grauwe gors, enorme populaties huis- en boerenzwaluwen, vale spotvogel, kuifleeuwerik en zwartkopgors.

Laatstgenoemde zien we, nadat-ie een paar minuten bereidwillig – ja, zó hoort ‘t – voor ons geposeerd heeft op een telegraaflijn, wegvliegen om zich te verschuilen in het dichte gebladerte van een grote struik. Gezang (van de weggevlogen gors?) stijgt uit het lover op … dáár moet Birdnet, de app voor het herkennen van al die schone vogelliederen, aan te pas komen. Ik probeer ’t een paar keer, maar zelfs de app moet het antwoord schuldig blijven. ‘Doe een gok’ kun je dan aangeven; ik druk op de toets, én … rode rotslijster geeft-ie aan! Lijkt me sterk, ik zag toch écht een zwartkopgors die struik invliegen.

Thuis even checken: ‘CHAK’ doet de rode rotslijster, ‘CHUP’ zingt de zwartkopgors. ‘CHUP’ of ‘CHAK’, zegt u ’t maar.

Apocriefe waarnemingen
En we hebben ze allemaal gezien! Om mijn lijstje mee te beginnen, de grote jongens: de steenarend, de keizerarend, schreeuw- en bastaardarend, een uit koers geraakte steppearend, de slangenarend, dwergarend, havikarend, ruigpoot- en arendbuizerd. Ook de kleinere soorten waren in ruime mate vertegenwoordigd: sakervalk, roodpootvalk, lannervalk, Eleonora’s valk en natuurlijk de Balkansperwer, we zijn hier immers in Griekenland!

Ja, we hebben ze allemaal gezien, én uitvoerig bestudeerd … op de pagina’s 76 tot en met 101 van de ANWB-Vogelgids van Europa.

En in werkelijkheid?

Tsja, had ik u al laten weten dat ik mij bij voorbaat opgeef voor de roofvogelcursus?!

Balkanboswachter
De mooiste, de langste en tevens de zwaarste wandeling die we maken, om te beginnen bijna twee uur bergopwaarts, is naar Moni Agiou Dimitriou, het klooster van St. Dimitrios. Een prachtig klooster …, maar op zondag gesloten … en u voelt ‘m al aankomen … Zondag vandaag. Gesloten hek.

Om dan, na een korte pauze, een dikke anderhalf uur af te dalen, over steengruis, rolsteen, met bibberende knieën, minstens zo zwaar als de heen-klim.

Redelijk uitgeput – op de foto die ik van mijn afgepeigerde eega heb genomen, rust een echtelijk embargo – arriveren we weer in ons appartement, om die dag geen poot meer te verzetten. Jeminee, dát was een pittig tripje, maar meer dan de moeite waard: in mijn notitieboekje mag ik Rüppells grasmus, kleine zwartkop, tapuit (de gewone?), cirlgors, een scala aan vlinders (sommige met een knalgele dekmantel voor de christusdoorn) en een gamma aan bontgekleurde flora optekenen. En ook ditmaal, bij het zien van een rouwmantelachtige vlinder, moet ik mijn toevlucht nemen tot de determinatieapplicatie: de Balkanboswachter!

Determinatie: 100% zeker!   

Zorba de Krommenieër
Weer op honk.

Fijne vakantie gehad, mooie wandelingen gemaakt, zeer aangename weersomstandigheden, lekker wandelweer, diverse malen heerlijk gegeten in een van de tentjes bij het gezellige haventje van Paleros, een prima appartement (ramen en deuren mét horrengaas!), ontspannen Ross-transfers en een voorspoedige heen- en terugreis. En bovenal, een schitterende natuur: flora in volle bloei, tezamen met bijzondere fauna. KBV’tjes in overvloed. En tal van joekels van roofvogels gezien rond en boven de Sereka … had ik u al laten weten dat ik …

Nadat ik Emily de oplossing heb gegeven van de quizvraag – "’t Lijkt op een vrucht, maar het is een zogenaamde gal en een gal is zeg maar een huisje voor een insect. Dit is het huisje voor een bladluis: de perenbloedluis!" – moet ze even vies kijken.

Dan zoek ik voor haar op YouTube een filmpje van de sirtaki op. Met houterige passen dans ik met de dansers en de bouzoukimuziek op het filmpje mee, de kleine ligt in een deuk.

"Nog een keer!" wordt me diverse keren verzocht, en zie aan zo’n verzoek maar eens weerstand te bieden.

Zorba 2.0? Lichtvoetig?

Houten klaas!

Tja, ach, ik doe ‘t graag, maar misschien ben ik toch meer geschikt voor de Vogeltjesdans …?!

2025, Akarnania
Meneer van Dongen

Heeft u ook zo genoten van dit bijzondere reisverhaal? Lees ook de andere reisverhalen.
Wilt u zelf ook meedoen met de reisverhalen wedstrijd? Stuur dan nu uw bijzondere reisverhaal in en wie weet wint u wel een prijs!

keyboard_arrow_leftkeyboard_arrow_right

Deel met vrienden of reisgenoten

Deel met vrienden of reisgenoten