
Katten zorgen voor sfeer
Zes maal bezochten wij het imposante schiereiland Pilion. Een oase van rust en natuurschoon, afgewisseld met charmante bergdorpjes met als kenmerk een centraal gelegen plein dat omringd wordt met lokale winkeltjes, een kerk en minstens één taverne, waarbij over het algemeen een plataan voor schaduw zorgt. Op veel wandelingen zochten we daar een beschut tafeltje voor een frappé.
Ons stekje vonden wij aan de westkant in het dorpje Kala Nera, waar een lange boulevard een aanbod levert van een tiental restaurants waar het, met uitzicht op de Pagasetische Golf, aangenaam dorst lessen of uitbuiken is.
Wil de wandelaar het berglandschap verkennen, hij of zij doet er goed aan voor stevig schoeisel en wandelstokken te zorgen. Elke wandeling begint met een steil klimmetje en is vaak de eerste kennismaking met kalderimi's. Het zijn oude paden die lang geleden dorpjes met elkaar verbonden en nu de wandelaar naar boven helpen. Afdalend kun je je iets anders wensen dan de kalderimi's, die dan struikelblokken zijn voor zeventigers zoals wij. Wandelstokken zijn voor onze doelgroep vereist en kijk niet raar op als een trip van 8 km minstens drie uur uit je dagbesteding hapt.
De duur van onze vier eerste vakanties telde standaard vijftien dagen. Sinds vorig jaar plakten wij er een week aan vast. Zeker tachtig procent van ons verblijf struinden twee paar wandelschoenen over de bergen, langs stromende waterloopjes, door olijfboomgaarden, langs kastanjebomen en baanden we ons een weg, tot bloedens toe, door de meest irritante bramenstruiken. Zelfs het gebruik van een gps loodste ons niet langs stekelbegroeiingen.
Beladen met een snoeischaar gaan wij tegenwoordig dit ongemak tegemoet.
De toegevoegde week schonk ons meer tijd dan alleen maar paden betreden. Wat daarbij meespeelt, is dat de storm Daniël in 2023 veel wandelroutes heeft vernietigd. Paden zijn weggeslagen, bruggetjes weggespoeld. Onze tijd gingen wij iets meer besteden aan autoritten. Vaker een wandelingetje door Volos, het ontdekken van het zuidoosten of de spannende route over de bergen aan de oostkant met fabelachtige dieptes en panorama's.
Zo kwamen wij in situaties die van tevoren niet te voorspellen zijn, maar door ons als pareltjes worden gekoesterd.
Op een van onze eerste autoritjes stuurde ik naar het bergdorpje Agios Lafrentios. Het dorp is via één weg te bereiken en het is dezelfde kronkelweg die je weer naar de kust brengt. Later ontdekten wij hier een prachtig wandelpad. Hoe klein het dorp ook mag zijn, ik telde zeker vijf tavernes, waarvan er twee gebroederlijk langs de trap, die naar het centrale, autovrije plein leidt, op klandizie wachtten. Wij verkozen de tweede, waar het terras nog nat was van een schrobbeurt. Een smal, klein terras met zes of zeven tafeltjes, waarvan er twee bezet waren. Daar werden we overdadig verwelkomd door een oude vrouw met een schoon schort die meteen ons tafeltje met een papieren tafelkleed bedekte.
Kalimera. Uit haar waterval van woorden -behalve Griekse woorden waren daarbij geen andere talen vertegenwoordigd- maakte ik op dat een menukaart niet aanwezig was en ik een keus diende te maken uit haar verbale menulijst. Ik spreek een beetje Grieks, ving wat woorden op en herkende daaronder kotopoulo. Zij snelde naar een bezet tafeltje en wees triomfantelijk naar een gegrilde kip. Nu was het eigenlijk onze bedoeling een eenvoudige lunch te bestellen, maar haar hartelijkheid won het van ons voornemen. Het bleek een goede keus en daar waren niet alleen wij tevreden mee, maar ook de jonge, grijze huiskat. Geen Grieks eethuis zonder kat, meestal blijft het niet bij één, maar over het algemeen blijft zo’n viervoetertje keurig op de grond, altijd met de ogen naar boven gericht en bij uitblijven van een donatie, licht miauwend. Ook de kat weet: al het goede komt van boven.
Wij zijn kattenmensen en dat moet een kat aanvoelen; want waarom klom deze meteen op mijn schoot en niet bij een van de overige eters? Een schoon, vlooienvrij katje dat zich even later tussen mij en een met kip gevuld bord bevond. Hoe vasthoudend en brutaal kan een beest zijn? Op pogingen mijn maaltijd te bestormen door op de tafel te springen, reageerde ik diervriendelijk door de poes op te pakken en op de grond te zetten. Hoe geduldig, goedhartig kan een man als ik zijn? Zeker dertig keer werd de aanval op mijn kip ingezet en evenzoveel verdedigende reacties waren het resultaat.
De grijze haartjes van poes vertoonden een coupe die zeker in de punkperiode niet zou hebben misstaan. Een pommade van kippenvet die van mijn vingers droop.
Het liep uit op een overwinning van poes en de trofee, een schaal met botjes, mocht zij boven op het tafeltje zittend inspecteren. Het moment dat ik haar als sportief verliezer niet misgunde. Even later zou zij een fijn plekje op mijn rugtas vinden om zich daar, voldaan, te wassen.
Een vaste bezoeker van ons vakantieverblijf vroeg mij of ik bekend was met een forellenkwekerij hier in de omgeving. De route ernaartoe is simpel: de hoofdweg naar Volos en afslaan bij Ano Lechonia. Een traject dat ik al tientallen keren heb gereden en dat bracht mij op het idee de bergroute te nemen. Een tamelijk nieuwe weg die naar boven kronkelt en af en toe een dorpje laat zien waar de weg zo versmalt dat passeren niet toelaat. Eenmaal op hoogte is het aantrekkelijk de auto even te laten uitblazen en van het uitzicht te genieten. De rit duurt misschien wel twee keer zo lang, maar is het waard. We passeerden dorpjes waar we in het verleden een wandeling maakten en die nu onbegaanbaar zijn geworden dankzij Daniël, de ondergod van de rampen. Bij een richtingaanwijzer koos ik Volos, de daling was ingezet en even later reden we Agios Vlasios binnen. Het gevoel dat wij nu heel dicht bij de kwekerij moesten zijn, maakte ons alert. Even na Vlasios verbindt een brug de weg met de overkant en maakt daar een bocht naar links. Ik reed met de auto naar een plek waar ik niemand tot overlast kon zijn en besefte dat dit niet geheel conform de Griekse normen was. Langs de weg keken wij een diepe kloof in waar water met veel geraas een weg tussen rotsblokken zocht. Een waanzinnig mooi schouwspel. Vijf minuten later naderde ik de eerste huizen van Ano Lechoria en drong het tot ons door dat de kwekerij verdwenen was of door ons gemist. Maar dan is daar altijd nog onze hulplijn in de persoon van hostess Judith. Binnen een paar minuten berichtte zij de coördinaten. In de bocht na Vlasios zagen wij aan de rechterkant de forellenkwekerij over het hoofd. Ons doel lag in het gehucht Paliokastro. Een, niet meer zo leesbaar, bord duidde de locatie met een tweetal afbeeldingen van vrolijk springende forellen. Het hek stond wijd open en gaf toegang tot een grote parkeerplaats. Ook hier het constante geluid van stromend water. Rechts, aan de kant van de rivier, stonden een paar, met gaas bespannen, houten hokken. De bewoners hiervan keken nauwelijks op van twee gasten. De konijnen knabbelen ongestoord verder aan wat groenvoer. Weer een paar meter verder stuitten we op een bassin van ongeveer vijf bij acht meter. In het heldere water dobberden een paar dozijn flinke forellen. Rond het bassin kwaakten eenden die, al was het een dolfinarium, rustig zaten te wachten op kunstjes die forellen kunnen maken: het tegen de stroom in zwemmen en daarbij naar een hogere verdieping verhuizen. Hier ter plaatse was wel instromend water, maar geen klimmuur.
Op één geparkeerde auto na, oogde de locatie behoorlijk verlaten. Schuchter keken wij rond tot we er vrij snel achter kwamen dat het complex bij een restaurant behoorde. Een wit bouwwerk dat tegen een bergwand geplakt leek en dat waarschijnlijk al honderd jaar bestaat.
Waar de eigenaresse, een oudere, iets corpulente dame, niet meer op gerekend had, stapten daar potentiële klanten over haar grindpad. Met een warm Grieks gebaar liet zij blijken dat wij welkom waren. Deze zondag bevond zich inmiddels op een tijdstip dat aan een lunch gedacht mocht worden, dus wij lieten ons begeleiden naar een metalen tafel. Wij spraken af mee te gaan met de situatie. Een haastig opgetrommelde zoon lapte de tafel met een nat doekje, verborg deze werkzaamheden onder een wit tafelservet en overhandigde de menukaart. Grote eters zijn wij niet en de ervaring is er dat de porties die worden opgediend dikwijls te groot zijn. Wij bestelden een choriatiki en een portie kolokithikia.
Het grote terras met minstens twintig tafeltjes ontwaakte. Dat wil zeggen dat wij, de eerste gasten van deze dag, de voorbode betekende voor een mooie omzet. Alle tafels ondergingen een wasbeurt, peper- en zoutvaatjes werden verdeeld, de dag was begonnen.
Alle aandacht was op ons gericht. Niet alleen van de uitbaters, ook pluimvee en watervogels verdrongen zich rond ons. Kakelend en kwakend zochten ze aandacht en voedsel. Daar reserveerden wij een homp brood voor. Voor het eerst maakten we geen belegering van katten mee. De aanwezige huiskat keek van een grote afstand toe en liet een geeuw zien die een grote futloosheid uitstraalde. En de forellen? Die dobberden verder de tijd in. Per slot van rekening was het vandaag een rustdag.
2025, Pilion
Meneer Aret
Heeft u ook zo genoten van dit bijzondere reisverhaal? Lees ook de andere reisverhalen.
Wilt u zelf ook meedoen met de reisverhalen wedstrijd? Stuur dan nu uw bijzondere reisverhaal in en wie weet wint u wel een prijs!
Deel met vrienden of reisgenoten







